08 October 2011

Olivier Ancey, u più forte (en zijn oudoom, Ghjuvan Pasquinu Acquaviva)



Een geweldige video waarin Olivier Ancey in het begin iets vertelt over een gedicht dat door zijn oudoom, Ghjuvan Pasquinu Acquaviva werd geschreven.

Dat begin spreekt mij zeer aan, omdat ik in het gebied dat hij beschrijft nog niet zo lang geleden zélf heb rondgelopen! Het is een gedeelte van een veel langer gedicht, "Da Piana à l'Isula Rossa", waarvan ook de zes regels van de Paghjella op het album Intantu van A Filetta deel uitmaken:

À manu dritta ci hè Guegnu / Rechts zie je Guegnu,
di Monte Cintu figliolu / zoon van Monte Cintu,
chì ci sparghje u so regnu / wiens rijk zich uitstrekt
da Calinzana à Niolu / van Calinzana tot de Niolu
Ci corre pè li so monti / En over haar bergen zwerft
a musa di Pampasgiolu / de muse van Pampasgiolu

Dit staat op de CD vermeld als "traditionnel", maar is wel degelijk uit de pen van oom Ghjuvan Pasquinu afkomstig. Diezelfde oom schreef (op zijn zeventiende!) A canzona di a malata (ook te vinden op Intantu, 2002)

Da L'Algaghjola à Curbara / Van Algaghjola naar Curbara
è da Curbara à Palmentu / En van Curbara naar Palmentu
una piana eppo una sarra / Een vlakte en dan een bergketen
Duv'è ci canta ogni ventu / Waar de wind vrijuit zingt
Cù Sant'Antoninu sopra / Met daarboven Sant'Antoninu
Chì tocca u firmamentu. / Dat de hemel aanraakt.

È sott'à stu firmamentu, / En onder die hemel,
D'i pedi nentru à rena, / met haar voeten in het zand,
Da u curallu à l'argentu / Tussen het koraal en het zilver
Una fata si prumena / Wandelt een fee
Si chjama L'Isula Rossa / Ze Heet L'Isula Rossa
Chì vi piglia è v'incatena / Zij grijpt en ketent je.

Verder in de video de prachtige chjama è rispondi tussen Olivier Ancey, Charly Oruscci en Roccu Mambrini (wiens bijnaam luidt "U Rusignolu di Zilia", de nachtegaal van Zilia), er wordt uitgebreid toegelicht hoe het er aan toe gaat, en er wordt gezongen, véél gezongen. Ik heb Olivier ooit in het echt horen improviseren, en hij is echt geweldig. Ook hier, met de ouwe rotten (Olivier is naar verhouding jong in het CR-gebeuren) gebeurt iets magisch! Binnenkort een transcriptie en vertaling van een stukje van de uitwisseling.

Ik kan niet nalaten hier ook te wijzen op de onlangs verschenen (eerste!) dichtbundel van Olivier Ancey: Tarra Matre, in de collectie Veranu di i pueti bij uitgeverij Albiana.

L'isula sola. Jean-Yves Acquaviva / Vitalba

De gewelddadige geschiedenis van Corsica heeft talloze dichters geïnspireerd. Hier een gedicht van Jean-Yves Acquaviva. Hij woont en werkt in een dorpje in de Niolu en schrijft behalve prachtige gedichten ook romands en korte verhalen. In 2011 verschenen van zijn hand zowel de roman "Ombre di guerra" als de dichtbundel "Tandu scrivu". Veel uit die bundel is ook te lezen op zijn gelijknamige blog.


L’isula sola, Vitalba

O quantu vuleria scrive chì a mio storia hè di pace
Chì l’albori ch’aghju vistu si sò pisati sereni
Ma à empie a mio mente sò centu mila e strage
È di fiure sanguinose i mio ricordi sò pieni

Aghju vistu tantu volte u mio mondu piccià focu
Per una croce, un spechju o per un palmu di terra
Per una fede, un’idea, per u pusessu d’un locu
L’omi move e battaglie, l’omi dà si à a Guerra

Eiu sò l’isula sola
Locu di tanti sicreti
Un’isulella di fola
Musa di tanti pueti
Sò un’isula sulella
Mi chjamanu a più bella

Aghju vistu à l’orisonte ghjungne tanti battilloni
È i sullati à millaie calpighjà e mio marine
Aghju in core e vinice di ‘ssi tempi bughjiconi
È piengu à fiumi pieni e mio pene senza fine

Da sempre sò stata eiu ogettu di ogni imbliglia 
Quella chì omu vulia cumprà, vende o cunquistà
Quella stella ch’in lu celu di più c’à l’altre spampiglia
È c’ ognunu vuleria di e so mani tuccà

Eiu sò l’isula sola
Locu di tanti sicreti
Un’isulella di fola
Musa di tanti pueti
Sò un’isula sulella
Mi chjamanu a più bella

Ma vogliu sperà e crede in un dumane sfarente
Sunnià di l’ore à vene cum’è di tant’allegrie
Vede e so albe chjare è di pace splendurente
Pisà si à l’infinita cum’è in le puesie

È vogliu dì à i mei, à i mio figlioli cari
In un cantu di sperenza, in un’ardente prighera
Di francà mi à l’ora mai di tanti ricordi amari
È di tene caru à mè di più c’à a mio bandera

Eiu sò l’isula sola
Locu di tanti sicreti
Un’isulella di fola
Musa di tanti pueti
Sò un’isula sulella
Mi chjamanu a più bella…


Het eenzame eiland

O wat zou ik graag schrijven dat mijn geschiedenis vreedzaam is 
Dat ik elke zon in rust zag opkomen 
Maar mijn geest vult zich met duizenden rampen 
En mijn herinneringen zijn vol bloederige beelden 

Zo vaak zag ik mijn wereld ontbranden
Om een kruis, een spiegel, een stukje land, 
Om een geloof, een idee, het bezit van een plaats
Zag ik mensen gaan vechten, mensen oorlog voeren.

Ik ben het eenzame eiland 
Plaats van talloze geheimen
Een sprookjeseiland
Muze van zovele dichters
Ik ben een eiland op mijn eentje
Ze noemen me “de allermooiste”

Ik zag zoveel legers aan de horizon opdoemen
En soldaten vertrapten met duizenden mijn stranden
In mijn hart draag ik de littekens van die duistere tijden
En in volle stromen huil ik mijn verdriet zonder einde

Altijd was ik doelwit van iedere begeerte
Degene die men wilde kopen, verkopen of veroveren
Die ster aan de hemel die het sterkst straalt van allen
En die iedereen in zijn hand wil houden

Ik ben het eenzame eiland
Plaats van talloze geheimen
Een sprookjeseiland
Muze van zovele dichters
Ik ben een eiland op mijn eentje
Ze noemen me “de allermooiste”

Maar ik wil geloven in een andere toekomst
De tijden die komen dromen als even zoveel vrolijkheid
En de morgenstond zien, helder en schitterend van vrede
Die zich verheft in het oneindige als in de poëzie

Ik wil tegen mijn dierbaren zeggen, tegen mijn geliefde kinderen
in een lied van hoop, in een vurig gebed
Dat ze mij bevrijden van al die bittere herinneringen
En meer van mij zullen houden dan van mijn vlag

Ik ben het eenzame eiland
Plaats van zoveel geheimen
Een sprookjeseiland
Muze van zovele dichters
Ik ben een eiland op m'n eentje
Ze noemen me “de allermooiste”

A paghjella di l’impiccati, A Filetta

Na de Franse overwinning in 1769 blijft de Corsicaanse bevolking verzet bieden. Dit wordt door de Fransen met wrede hand de kop ingedrukt. Een van de repressiemaatregelen die diepe wonden heeft nagelaten was het bloedbad van de “Impiccati di Niolu”: in het dorpje Corscia (bij Calacuccia en de Scala di Santa Reghjina) werden elf willekeurig gekozen mannen eerst gemarteld en vervolgens opgehangen. De jongste van hen was pas vijftien jaar: Marcu Maria…

Cesaru, dettu Ciccione ACQUAVIVA 36 Anni di L'aquale

Raimondu ACQUAVIVA 36 Anni di L'aquale
Antone ALBERTINI 36 Anni di Corscia
Ghjuvanni ALBERTINI 48 Anni di e Lubertacce
Marcu Maria ALBERTINI 15 Anni di Corscia
Ghjuvan Stefanu ALBERTINI 35 Anni di Corscia
Ignaziu GERONIMI 40 Anni di Bonamanacce
Ghjuseppu Maria LUCIANI 38 Anni di Sidossi
Don Ignaziu MAESTRACCI 24 Anni di Corscia
Ghjuvan Francescu MATTEI 40 Anni podestat di Corscia
Anghjulu ROMANI 24 Anni di Corscia
Riposate in pace, venerà quiddu ghjornu…… (Rust in vrede, ooit komt de dag…)

A paghjella di l'impiccati

Sè vo ghjunghjite in Niolu
Ci viderete un cunventu
Di u tempu u tagliolu
Ùn ci n'hà sguassatu pientu
Eranu una sessantina
Chjosi in pettu à u spaventu

Dopu stati straziati
Da i boia o chì macellu
Parechji funu impiccati
Ci n'era unu zitellu
L'anu tuttu sfracillatu
E'di rota è di cultellu

Oghje chì hè oghje in Corscia
Fateci casu una cria
Si pate sempre l'angoscia
Intesu dì Marcu Maria
Era quessu lu so nome
Mancu quindeci anni avia.

Ghjuvan Teramu Rocchi

Paghjella der gehangenen

Als je in de Niolu komt
Zul je daar een klooster zien
Daar heeft de tand des tijds
Het geweeklaag niet uitgewist
Ze waren met een man of zestig
Gevangen, ten prooi aan doodsangst

Nadat ze waren gemarteld
Door beulen, ach wat een bloedbad
Werd een aantal opgehangen
Onder hen was een knaap
Ze hebben hem aan flarden gereten
Zowel op het rad als met het mes

Zelfs vandaag de dag is in Corscia
Let er maar eens een beetje op,
Nog steeds de beklemming te voelen
Als men hoort zeggen “Marcu Maria”
Dat was zijn naam
Hij was amper vijftien jaar.